Op een dag in de herfst, komt ze bij mij, een jonge vrouw. Ze ziet eruit als een concentratiekampslachtoffer, uitgeput en uitgemergeld. Wanhoop en hopeloosheid stralen uit haar, maar heel diep verscholen in haar wezen zie ik een sprankje hoop, dat haar naar mij heeft toegeleid. Heel behoedzaam moet ik haar tegemoet treden, ook in mijn vragen, want zij heeft nauwelijks of geen vertrouwen in wie dan ook.
In ons eerste gesprek toont zich reeds haar penibele leven. De vroegste herinneringen zijn gekleurd door angst. In nachtmerries overheerst angst, hangt een sfeer van dreiging en vervreemding, zijn er gordijnen die heel groot worden. Ze loopt dan naar de slaapkamer van haar vader en moeder, maar durft niet goed aan te kloppen. Altijd die vage heimwee, dat vreemde gevoel van eenzaamheid en verlangen naar…ja, naar wat? Nooit heeft ze zich goed gevoeld, nooit veilig.
PS …Zo begint mijn boek : ‘Van Neurose naar Heelheid, Gebroken…Geheeld’. Ik hoop dat het mag bijdragen aan meer begrip bij volgers van Advaita en Non Dualiteit en Course in Miracles.
piet stuitje