Universal Mother 34
- Zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden (”Toebwejhoen lawielee d’ghinnoon nitbejoen”)
Deze tweede zaligspreking wordt vertaald met ‘Zalig zij die treuren, want zij zullen vertroost worden’. ‘Lawielee’ kan ’treurenden’ betekenen (zoals vertaald uit het Grieks), maar in het Aramees duidt het ook op mensen die een diep verlangen hebben dat iets zal gebeuren, die verontrust zijn of in emotionele beroering verkeren, of zij die zwak zijn en gebrek lijden door zulk een verlangen. ‘Nitbejoen’ kan ‘vertroost’ betekenen, maar betekent daarnaast ‘het terugkeren van omzwervingen’, ‘van binnen geheeld worden door liefde’, ‘een innerlijke continuiteit voelen’ of ‘het zien van de vervulling’ (letterlijk het gezicht van datgene waar men naar verlangt).
- Gezegend zij wier gevoelens in hevige beroering zijn; zij zullen innerlijk verenigd worden door liefde.
- Gezond zijn zij die zwak en uitgeput hun doel niet bereiken; zij zullen hun innerlijke kracht voelen terugstromen.
- Geheeld zijn zij die wenen om hun onvervuld verlangen; zij zullen het gezicht van de vervulling in een nieuwe vorm aanschouwen.
- Verbonden met de Ene zijn de treurenden; zij zullen vertroost worden.
- Op de Bron afgestemd zijn zij die zich door het leven diep verward voelen; zij zullen teruggeleid worden van hun omzwervingen.
piet