Universal Mother 3
Ik ben de moeder van al het levende…
In veel verhalen die worden aangetroffen in de wereldgodsdiensten kunnen we de waarheid zien oplichten vanuit de diepte, vanuit het verborgene. In de Keltische mythologie verrijst de gestalte van Cerridwen, begiftigd met magische en goddelijke eigenschappen. Het dubbele aspect van tovernares en godin is een telkens terugkerend patroon. Vandaar de woorden die de godin spreekt : ‘ Mij behoort de beker met de levenswijn en de heksenketel van Cerridwen.’
Ze vervolgt : ‘ Ik ben de moeder van al het levende!’ Bovendien is zij volgens de verhalen ‘ A shape shifting goddess and the keeper of a couldron of wisdom’. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht , denk ik, dat zij een rol speelt in het scheppingsproces, speciaal in de mogelijkheid tot vormverandering en dat zij daartoe de wijsheid bezit. Zij is de moeder van al het levende.
Nu is het woord moeder nauw verwant met ‘moer’, dat afkomstig is van het Griekse woord ‘moros’, dat zwart betekent. Dit wijst ons de weg naar het duistere aspect dat eveneens in het moederbegrip zit opgesloten. Veelbetekenend in dit opzicht is het spreekwoord : ‘ Gelukkig is het land, waar het kind zijn moer verbrandt’. (spreuk van Joost van den Vondel) .
Door het moer te verbranden kunnen daaruit vruchtbare akkers geschapen worden.
Al deze zaken beklemtonen de aanwezigheid van het zwarte en het daarmee verbonden kwaad in de schepping. Welke betekenis moeten we daaraan toekennen?
piet