‘’Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, die vernacht in de schaduw van de Almachtige’’
Het is deze ‘ladder’ van bewustzijn, die Jakob in een visioen werd geopenbaard, die ieder van ons moet beklimmen voordat we die stille geheime plek van de Allerhoogste kunnen betreden, en kunnen ervaren dat we ons in het exacte middelpunt van al het geschapene bevinden, één zijn met al het zichtbare en onzichtbare, in de Alomtegenwoordigheid verkeren en ertoe behoren. In Jakobs visioen werd hem getoond dat de ladder van de aarde tot de hemel reikt. Hij zag de engelen van God de ladder afdalen en beklimmen – Gods denkbeelden van Geest neerdalen tot vorm en weer opstijgen. Dezelfde openbaring kreeg Jezus toen ‘’de hemel zich voor hem opende’’ en hij de wonderbaarlijke wet van manifestatie zag, waardoor in de goddelijke Geest opgevatte ideeën tot uitdrukking komen en zich als vorm manifesteren.
Uit : De Meesters van het Verre Oosten