Genesis…
- In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de Geest van God zweefde over de wateren.
Omer Guilliet, pastoor in Breskens, heeft aan de zijgevel van zijn kerk, zes oude scheepsluiken aangebracht, in het hout daarvan heeft hij de zes scheppingsdagen uitgehouwen.
- Het eerste luik is de zondag, die als eigenschap de superliefde van God heeft. Hij schept uit het ‘mystieke duister’ van het ‘Oerlicht’.
- Het tweede luik is de maandag. Dan schept God de wateren van boven en de wateren van beneden, als een soort vloeibaar licht.
- Het derde luik is de dinsdag…Het is als het ware een omhelzing tussen het gele, gouden Oerlicht en het blauwe water. Geel en blauw vormen samen groen, zoals u weet. Op deze dag schept God dan ook het groene gras. Gras geeft dus daarom harmonie en rust. Ook de planten en bomen worden geschapen en het water wordt op de aarde verzameld – de zee- en er is land.
- Het vierde luik is de woensdag, God schept de zon, de maan en de sterren. Gek is dat, daarvóór zijn de bomen en het gras er al. Denk daar maar eens over na, hoe wonderlijk dat is. Hout geeft een diepere warmte dan de zon. Hout is dichter bij God dan de zon. Bovendien: wij stammen af en planten voort. Deze dag heeft als eigenschap de overwinning. Nu gaat het doorbreken en daaronder, onder deze zon en maan, leven wij. Dat oerlicht van de eerste dag zien we niet met ons oog. Dit licht wel: de zon.
piet, wordt vervolgd