Nina’s bekering…
God zag mij toen ik als klein kind aan de voeten van mijn vader zat. Hij openbaarde zich toen ik godslastering beging in Sangerhausen. Zijn liefde wachtte in het halfdonker van Poolse kerken op de kleine, ongelukkige ‘tramp’ Nina. Hij toonde mij aan de Kastanienallee in Oost-Berlijn het gezicht van zijn zoon toen ik Lsd had geslikt en ik kon beslissen tussen leven met God of een zielendood zonder God. Hij redde mijn leven nadat ik een dag en een nacht om Hem had geroepen in een Amsterdams drugshol. Hij redde me een tweede keer van de cocainedemonen die het op mijn leven en mijn tong hadden voorzien. Hij zorgde ervoor dat ik met lichaam en geest ongeschonden uit het leugenrijk van de Indische afgodenaanbidders kwam. Ja, God heeft zijn blik nooit van mij afgewend. Ik wil graag bevestigen wat er in Psalm 91 staat: ‘Hij vertrouwt jou toe aan zijn engelen, die over je waken waar je ook gaat.
Uit : Nina Hagen, ‘Bekentenissen’
piet